Examples of using "Nukkumassa" in a sentence and their dutch translations:
Slaap je?
Tom is aan het slapen.
Het kind is aan het slapen.
- Tom sliep.
- Tom was aan het slapen.
- Tom slaapt.
- Tom is aan het slapen.
- Slaapt ze?
- Is ze aan het slapen?
- Slaapt Tom?
- Is Tom aan het slapen?
Hij was aan het slapen.
- Slapen ze?
- Zijn ze aan het slapen?
Tom is waarschijnlijk aan het slapen.
Rond deze tijd zijn de meeste java-apen diep in slaap.
Toen Marko kwam, sliep ik.
Tom ligt in bed.
Slaapt hij?
De baby slaapt nog.
Slaap je?
Ze slapen.
- Tom is al naar bed gegaan.
- Tom is al gaan slapen.
Tom slaapt niet.