Examples of using "Lapset" in a sentence and their dutch translations:
Kinderen, luister!
Welterusten, kinderen!
- Gij zijt kinderen.
- Jullie zijn kinderen.
De kinderen zijn op school.
Kinderen hebben liefde nodig.
Waar zijn de kinderen?
De kinderen speelden met magneten.
De kinderen hebben een reusachtige sneeuwman gemaakt.
- Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
- Vele kinderen dragen jeans.
Niet alle kinderen houden van appels.
Het wordt tijd dat je de kinderen naar bed stuurt.
De kinderen slapen.
De kinderen spelen niet in de woonkamer, maar in de tuin.
Het zwembad wordt gemeenschappelijk gebruikt door alle kinderen in de buurt.
Als hij glimlachte, zagen de kinderen zijn lange grijze tanden.
Waar zijn mijn kinderen?
- Alle schoolkinderen betalen de helft van de prijs tijdens de kerstvakantie.
- Alle schoolkinderen zijn in de kerstvakantie voor de halve prijs.
Heeft u moeite te verstaan wat vrouwen of kleine kinderen tegen u zeggen?