Examples of using "Saxons" in a sentence and their dutch translations:
De Angelsaksen verdrongen de Kelten.
De Angelsaksen lieten ze gaan.
De Angelsaksen verdrongen de Kelten.
Bernadotte vaardigde toen een proclamatie uit aan de Saksen,
De oude Goten en Saksen noemden dit festival Joelfeest.
In de zesde eeuw namen de Angelsaksen het Latijns schrift over.
Maar hun vijanden, waaronder Angelsaksen en Franken, behoorden zelf tot trotse krijgersculturen