Examples of using "Celsius" in a sentence and their dutch translations:
Het is nu -10 graden.
Water kookt bij 100 graden Celsius.
Water bevriest bij nul graden Celsius, toch?
Water bevriest bij nul graden Celsius, toch?
Water kookt bij 100 graden Celsius.
De temperaturen dalen regelmatig tot onder de -40 graden.
Water bevriest bij nul graden Celsius, toch?
En als de nacht valt, daalt de temperatuur tot -16 graden.
Water bevriest bij nul graden Celsius, nietwaar?
Op zeeniveau kookt water bij 100 graden Celsius.
- Water bevriest bij 0 graden Celsius.
- Water bevriest bij nul graden Celsius.
Het einde van een lang en warm droogseizoen. De temperaturen raken overdag de 40 graden aan.
Het koelt af tot acht, negen graden Celsius. De kou beneemt je de adem.
- Water bevriest bij 0 graden Celsius.
- Water bevriest bij nul graden Celsius.
- Water bevriest bij 0 graden Celsius.
- Water bevriest bij nul graden Celsius.