1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-Spanish
  4. Zweeds

Translation of "Zweeds" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Zweeds" in a sentence and their spanish translations:

- Spreek je Zweeds?
- Spreekt u Zweeds?
- Spreken jullie Zweeds?

¿Hablas sueco?

- Spreekt u Zweeds?
- Spreken jullie Zweeds?

¿Usted habla sueco?

Ik spreek Zweeds.

Yo hablo sueco.

Zijn vrouw is Zweeds.

- Su mujer es sueca.
- Su esposa es sueca.

Ik leer Zweeds en Duits.

Estoy aprendiendo sueco y alemán.

- Ik ben Fin, maar ik spreek ook Zweeds.
- Ik ben Fins maar ik spreek ook Zweeds

Soy finés, pero hablo sueco también.

Dit jaar ga ik Zweeds, Nederlands, Roemeens en Servisch studeren.

Este año estudiaré sueco, holandés, rumano y serbio.