Translation of "Hekel" in Italian

Ik heb een hekel aan ratten.

Sai una cosa? Odio i topi.

Ze heeft een hekel aan wortels.

- Odia le carote.
- Lei odia le carote.

Ik heb een hekel aan maandagen.

- Odio il lunedì.
- Io odio il lunedì.

Ik heb een hekel aan wachten.

- Odio aspettare.
- Io odio aspettare.

Ik heb een hekel aan lafaarden.

Non tollero i codardi.

Tom heeft een hekel aan afwassen.

A Tom non piace lavare i piatti.

Hij heeft een hekel aan wortels.

- Odia le carote.
- Lui odia le carote.

We hebben een hekel aan niet weten.

Odiamo non sapere.

Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.

- Di solito i gatti odiano i cani.
- Solitamente i gatti odiano i cani.

Tom had vroeger een hekel aan Boston.

Tom odiava Boston.

Ik heb een hekel aan mijn buurman.

- Odio il mio vicino.
- Io odio il mio vicino.

Waarom heeft ze zo'n hekel aan Frankrijk?

Perché odia la Francia così tanto?

- Kinderen hebben een hekel aan irritante leraren.
- Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.

I bambini odiano gli insegnanti irritanti.

"Ik heb een hekel aan wortels." "Ik ook."

- "Io detesto le carote." "Anch'io."
- "Io detesto le carote." "Anche io."

Waarom heeft ze zo'n een hekel aan honden?

Perché odia i cani così tanto?

- Ik haat reptielen.
- Ik heb een hekel aan reptielen.

- Odio i rettili.
- Io odio i rettili.

- Ik haat wachten.
- Ik heb een hekel aan wachten.

Odio aspettare.

- Ik heb een hekel aan koffie.
- Ik haat koffie.

- Odio il caffè.
- Io odio il caffè.

- Ze heeft een hekel aan wortels.
- Ze haat wortels.

- Odia le carote.
- Lei odia le carote.

- Hij heeft een hekel aan wortels.
- Hij haat wortelen.

- Odia le carote.
- Lui odia le carote.

- Tom heeft een hekel aan buitenlanders.
- Tom haat buitenlanders.

Tom odia gli stranieri.

- Hij heeft een hekel aan hardlopen.
- Hij haat hardlopen.

- Odia correre.
- Lui odia correre.

Ik heb een hekel aan vrouwen die zelfverzekerd zijn.

Odio le donne sicure di sé.

- Hij heeft een hekel aan alcohol.
- Hij haat alcohol.

Odia l'alcol.

- Kinderen haten vaak spinazie.
- Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.

- I ragazzi spesso detestano gli spinaci.
- I bambini spesso odiano gli spinaci.

- Ze heeft een hekel aan wortels.
- Ze houdt niet van wortelen.

Odia le carote.

- Ik haat zuivelproducten echt.
- Ik heb echt een hekel aan zuivelproducten.

Odio davvero i latticini.

Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.

Odio quando i miei vestiti odorano di fumo.

De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.

La maggior parte degli sviluppatori odia debuggare; è più divertente creare bug che correggerli.

In 1810 voegde hij zich bij maarschalk Masséna voor de invasie van Portugal, maar hij had er een diepe hekel aan

Nel 1810 si unì al maresciallo Masséna per l'invasione del Portogallo, ma si risentì profondamente di