Translation of "Grappig" in German

0.012 sec.

Examples of using "Grappig" in a sentence and their german translations:

- Heel grappig!
- Erg grappig!

Sehr witzig!

- U bent grappig.
- Jullie zijn grappig.
- Je bent grappig.

- Du bist lustig.
- Du bist lustig!
- Du bist witzig.

- Dit is grappig.
- Dat is grappig.

- Das ist lustig.
- Das ist komisch.

- U bent grappig.
- Je bent grappig.

Du bist ein Spassvogel.

- Dit is niet grappig.
- Dat is niet grappig!

- Das ist nicht lustig!
- Das ist nicht zum Lachen!

Tom is grappig.

Tom ist witzig.

Dit is grappig.

Das ist komisch.

Je bent grappig.

Du bist lustig.

Dat is niet grappig!

Das ist nicht lustig!

Dit is niet grappig.

Das ist nicht komisch.

Dat was best grappig.

Das war ziemlich komisch.

Tom is vreselijk grappig.

Tom ist furchtbar lustig.

Dat was erg grappig.

Das war sehr lustig.

Deze zin is grappig.

Dieser Satz ist lustig.

Het was niet grappig.

Es war nicht lustig.

Moet dat grappig zijn?

Soll das lustig sein?

Het was heel grappig.

Es war überaus komisch.

- Dit is grappig.
- Dat is leuk.
- Dat is grappig.
- Dat is amusant.

Das ist lustig.

Heel grappig… in zekere zin!

Sehr lustig ... auf eine Art!

Je bent een grappig meisje.

Du bist ein lustiges Mädchen.

Het mopje is niet grappig.

Der Witz ist nicht lustig.

Stop. Dat is niet grappig.

Hör auf. Das ist nicht lustig.

Esther is slim, grappig en aardig.

Esther ist schlau, lustig und liebenswürdig.

De clown trok een grappig gezicht.

Der Clown machte ein lustiges Gesicht.

Haar hoed zag er heel grappig uit.

Ihr Hut sah sehr komisch aus.

Zijn hoed zag er heel grappig uit.

Sein Hut sieht ziemlich lustig aus.

Tom ziet er grappig uit met die schoenen.

Tom sieht mit den Schuhen lustig aus.

De film was niet zo grappig als het boek.

Der Film war nicht so lustig wie das Buch.

Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.

Es ist alles lustig, solange es einem anderen widerfährt.

Ik snap echt niet wat er zo grappig is.

Ich verstehe wirklich nicht, was so lustig ist.

- Mary is leuk.
- Mary is grappig.
- Mary is snoezig.

Maria ist süß.

De Duitsers hebben geen gevoel voor humor? Ik vind dat niet grappig!

Die Deutschen haben keinen Sinn für Humor? Ich finde das nicht lustig!

- Dat was heel plezant.
- Dat was heel amusant.
- Dat was heel grappig.
- Dat was heel plezierig.

Das war sehr amüsant.

- Kom nou zeg. Dit is niet grappig meer.
- Kom op, jongens. Dit is niet leuk meer.

Kommt schon, Leute! Das ist nicht mehr witzig.

- Wat valt er te lachen?
- Waar lachen jullie om?
- Wat is er zo grappig?
- Waar lacht u over?

Worüber lachen Sie?

Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.

Es war ein Vergnügen, den Abend mit einem so klugen, lustigen und schönen Mädchen wie dir zu verbringen.