Translation of "Wij" in Chinese

0.010 sec.

Examples of using "Wij" in a sentence and their chinese translations:

- Wij zijn vriendinnen.
- Wij zijn vrienden.

- 我们是朋友。
- 我們是朋友。

- Wij zijn goede vrienden.
- Wij zijn boezemvriendinnen.

我們是好朋友。

Wij spreken Japans.

我们说日语。

Wij verkopen sinaasappelsap.

我們賣柳橙汁。

Wij leren Spaans.

我们在学习西班牙语。

Wij werken samen.

我们一起工作。

Wij willen Tom.

我们想要汤姆。

Wij zijn broers.

我们都是兄弟们。

Wij zijn mensen.

我们是人。

Wij zijn Canadezen.

我們是加拿大人。

Wie zijn wij?

- 我們是誰?
- 我们是谁?

Wij eten brood.

我们在吃面包。

Wij zijn vijanden.

我们都是敌人。

Wij zijn vrienden.

- 我们是朋友。
- 我們是朋友。

- Wij zijn alle twee studenten.
- Wij zijn beiden studenten.

咱們都是學生。

Laten wij even rusten.

我们休息一会儿吧。

Wij eten vis rauw.

我们吃生鱼。

Wij versloegen de vijand.

我們戰勝了敵人。

Wij hebben genoeg tijd.

我们来得及。

Wij zijn dikke vrienden.

我們是親密的朋友。

Wij hebben goed nieuws.

我们有个好消息。

Wij zijn goede vrienden.

我們是好朋友。

Wij zijn in Finland.

我们在芬兰。

Wij spelen dikwijls schaak.

我们经常下棋。

Wij hebben veel gelopen.

我们走了很多路。

Wij komen uit Duitsland.

我们从德国来。

Wij aanvaarden geen drinkgeld.

不收小費。

Zelfs wij zijn mensen.

即使我們是人。

Wij spreken allemaal Engels.

我們所有的人用英語交談。

Wij komen beiden uit Tampa.

我们俩都是从坦帕来的。

Wij hebben een kind geadopteerd.

我们收养了一个孩子。

Wij hebben een auto nodig.

我们需要一辆汽车。

Wij zijn met zijn drieën.

我們是三個人。

Wij leren Engels op school.

我們在學校學英文。

Wij zijn alle drie studenten.

我们三个都是学生。

Wij hebben uw hulp nodig.

我們需要你的幫助。

Wij zijn man en vrouw.

我們是夫婦。

Wij kijken alle dagen tv.

我们每天看电视。

Wij moeten naar school gaan.

我们必须去学校了。

Wij houden van onze school.

我們愛我們的學校。

Wij werken in een fabriek.

我们在一个工厂工作。

Wij houden van voetbal spelen.

我們喜歡踢足球。

Wij zouden het moeten uitmaken.

我们分手吧。

Wij reizen met een klein budget.

我們用少的預算旅行。

- Waar zijn we?
- Waar zijn wij?

我们在哪儿?

- We willen snoep.
- Wij willen snoep.

我們想要糖。

- We willen vrede.
- Wij willen vrede.

我们想要和平。

- We zijn journalisten.
- Wij zijn journalisten.

我们都是记者。

Wij wonen in de Verenigde Staten.

我們住在美國。

Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt.

我们早餐做了煎饼。

Laten wij tien minuten pauze nemen.

讓我們休息10分鐘。

- We zijn mannen.
- Wij zijn mannen.

我们是男人。

- We studeren muziek.
- Wij bestuderen muziek.

我们学习音乐。

Ze zijn veel groter dan wij.

他們比我們高得多。

- We gaan koken.
- Wij zullen koken.

我们会做饭的。

- Wij eten appels.
- We eten appels.

我們在吃蘋果。

Wij hadden allemaal medelijden met Tom.

我們都為Tom感到遺憾。

Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?

我们以前没见过吗?

Wij zullen de betaling uitvoeren via overschrijving.

我们会用银行转帐付款。

- We zijn aan het daten.
- Wij daten.

我们拍拖。

Wij beiden begonnen vrijwel gelijktijdig te glimlachen.

我们两个几乎同时开始笑。

Wij hebben helemaal niets met elkaar gemeen.

我们完全没有共同点。

Laten wij hier wachten tot ze terugkomt.

我们在这儿等到她回来。

Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.

我们俩都知道,你们俩在撒谎。

Zijn wij bang om dood te gaan?

我们怕死吗?

Wanneer en waar zullen wij elkaar ontmoeten?

我们什么时间在哪儿见面呢?

Wij heten u welkom in onze club.

我們歡迎您到我們的俱樂部。

Wij hebben John als onze aanvoerder gekozen.

我們選了約翰作我們隊長。