Translation of "Broer" in Arabic

- Tom is je broer.
- Tom is jouw broer.

توم هو أخوك

- Mijn broer speelt gitaar.
- Mijn broer bespeelt de gitaar.

أخي يعزف على الغيتار.

- Hij is mijn jongste broer.
- Hij is mijn jongere broer.

إنه أخي الأصغر.

- Mijn broer vindt horrorfilms leuk.
- Mijn broer houdt van griezelfilms.

يحب أخي مشاهدة أفلام الرعب.

Hij is mijn broer.

هو أخي

Waar is je broer?

أين أخوك؟

Ik heb geen broer.

- ما لي أخ.
- ليس لي أخ.
- ليس لي شقيق.

Dit is mijn broer.

- هذا أخي.
- هذا أخي

Ik heb een broer.

لي أخ وحيد.

Mijn broer heeft autisme.

أخي مصاب بالتوحد.

Mijn broer kan autorijden.

يستطيع أخي أن يقود سيارة.

Kan uw broer autorijden?

هل يستطيع أخوك أن يقود سيارة؟

Mijn broer is leraar.

أخي مدرس.

Ik heb één broer.

- لديّ أخ واحد.
- لي أخ وحيد.

Tom is zijn broer.

توم هو أخوه

Dat is mijn broer.

هذا أخي.

Ga je broer helpen!

اذهب لمساعدة أخيك!

Hij is mijn jongste broer.

هو أخي الأصغر.

Het is van mijn broer.

- إنها لأخي.
- إنه أخي.

Mijn broer is een idioot.

- أخي أحمق.
- أخي أبله.

Ken jij zijn oudere broer?

هل تعرف أخاه الأكبر؟

Mijn broer woont in Tokio.

- أخي يعيش في طوكيو.
- أخي يسكن في طوكيو.

Hij is mijn oudere broer.

إنه أخي الأكبر.

Mijn broer houdt van muziek.

أخي يحب الموسيقى.

Mijn broer houdt van griezelfilms.

يحب أخي مشاهدة أفلام الرعب.

- Ik heb geen broer.
- Ik heb geen enkele broer.
- Ik heb geen broers.

ليس لديّ إخوة.

- Je doet me aan jouw broer denken.
- Je herinnert me aan jouw broer.

أنت تذكرني بأخيك.

Mijn broer is klein maar sterk.

- أخي صغير لكنه قوي.
- أخي صغير البنية إلا أنه قوي.

Mijn broer vindt enge films leuk.

يحب أخي مشاهدة أفلام الرعب.

Hoe gaat het met je broer?

كيف حال أخيك؟

Ik ken je broer heel goed.

أعرف أخاك جيداً.

Mijn broer is nu in Australië.

أخي في أستراليا حالياً.

Ik ben fier op mijn broer.

أنا فخور بأخي.

Maar de oudste broer kan zelf klimmen.

‫لكن أكبر أخ يمكنه التسلّق بنفسه.‬

Je ziet eruit als je oudere broer.

انت تبدو تماما كاخيك الاكبر .

Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.

- طلبت من أخي إصلاح دراجتي.
- جعلت أخي يصلح دراجتي.

Hij is de jongere broer van Taro.

هو أخ تارو الأصغر.

Hij is de oudere broer van Taro.

- هو أخ تارو الأكبر.
- هو أخو تارو الأكبر.

Mijn zus is ouder dan mijn broer.

أختي أكبر سنا من أخي.

Ik ging met mijn broer naar de bioscoop.

ذهبت إلى السينما مع أخي.

Mijn broer is naar tv aan het kijken.

اخي الصغير يشاهد التلفاز.

De broer van mijn vader is mijn oom.

عمي هو أخو أبي.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

جون ليس أخي ، بل ابن عمي.

Ze zei mij dat ze mijn broer kent.

أخبرتني بأنها تعرف أخي.

Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.

اِشترت أمي مظلة صفراء لأخي.

Mijn vader en mijn broer werken in deze fabriek.

يعمل أبي وأخي في هذا المصنع.

Mijn broer rende uit de kamer zonder iets te zeggen.

خرج أخي من الغرفة راكضا بدون أن يقول شيئا.

Dit boek is niet van mij, maar van mijn broer.

هذا الكتاب ليس لي، إنه لأخي.

Ik maakte een film genaamd The Great Dance met mijn broer.

‫كنت أصوّر فيلمًا اسمه "ذا غريت دانس"‬ ‫برفقة أخي.‬

De jongen die de auto aan het wassen is, is mijn broer.

الولد الذي يغسل السيارة هو أخي.

Of je helpt een broer of zus er twee groot te brengen.

أو ساهمت في تمكين شقيق من أن يربي طفلين

'Ik vond hem en zijn gravin, zijn broer en een andere persoon daar. "

"وجدته رفقة الكونتيسة، وشقيقه، وشخص آخر هناك"

Tom kreeg het aan de stok met Maria's broer en brak zijn neus.

تعارك توم مع أخ ماري وكسر أنفه.

Julie was getrouwd met Napoleons broer Joseph, wat betekent dat Bernadotte ... nu familie was.

جولي متزوجة من جوزيف شقيق نابليون ، وهذا يعني برنادوت .. أصبحت الآن أسرة.

"Dima, "zei Al-Sayib streng, "je weet dat je als een broer van een andere moeder voor me bent, maar... een Arabier bedriegen is onvergeeflijk. Aju!"

قال الصائب بصرامة: "ديما، أنت بالنسبة لي مثل أخ من أم أخرى، لكن... أن تغش عربيًّا هو أمر لا يغتفر. الوداع!"