Examples of using "Yeşildir" in a sentence and their dutch translations:
De rok is groen.
De berg is groen.
Het gras is groen.
Het fruit is groen.
Courgettes zijn groen.
De jurk is groen.
De muren van mijn kamer zijn groen.
De kleur van Esperanto is groen.
Dat licht is groen.
De kleur van Esperanto is groen.
- Toms ogen zijn groen.
- Tom zijn ogen zijn groen.
Waarom zijn bladeren groen?
Deze banaan is groen.
De heuvel is altijd groen.
- Appels zijn rood of groen.
- De appels zijn rood of groen.
Courgettes zijn groen.
De oogkleur van Tom is groen.
Deze peer is groen.
De appel die ik vond, is groen.