Examples of using "Muz" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet een banaan.
Waarom is de banaan krom?
Ik eet een banaan.
De banaan is zoet.
Ik heb bananen gekocht.
Ik eet een banaan.
Katten eten geen bananen.
Deze banaan is rot.
Een banaan is geel.
Er zijn niet genoeg bananen.
Wil je een banaan?
Deze banaan is bedorven.
Ik heb alleen maar bananen gegeten.
Apen zijn gek op bananen.
Ik houd van bananen.
Ik eet geen bananen.
Deze banaan is groen.
Deze banaan is bruin.
Deze banaan is geel
Tom heeft drie pond bananen gekocht.
Zijn er bananen?
Millie eet een banaan.
Ik wil geen banaan.
Tom eet een banaan.
We leven in een bananenschil-universum
Heb je een bananentaart gegeten?
Hij gleed uit over een bananenschil.
Tom gaf Mary een banaan.
De banaan was bruin en papperig.
Sinaasappels zijn niet zo goedkoop als bananen.
- Tom at drie bananen.
- Tom heeft drie bananen gegeten.
Deze banaan is bijna helemaal zwart.
En over de hele wereld?
Ben jij ooit over een bananenschil uitgegleden?
Tom gleed uit over een bananenschil.
Tom hield van bananen.
- Wat heb je liever, appels of bananen?
- Waar hou je meer van, appels of bananen?
Als toetje hebben we vandaag yoghurt met stukjes aardbei en banaan.