Examples of using "Yapabilirim" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan skiën.
wat ik kon doen.
"Wat ik kan doen?
Ik denk dat ik het kan.
Ik kan het.
Ik kan dat nu doen.
Ik kan dit weer doen.
Ik hoop dat ik het kan doen.
Ik kan skiën.
- Ik kan het.
- Ik kan dit doen.
Ik kan goocheltrucs doen.
Ik kan dat nu doen.
Ik kan wat toast maken, als je wil.
- Wat kan ik voor u doen?
- Wat kan ik voor je doen?
- Wat kan ik voor jullie doen?
Waar kan ik bellen?
Ik kan wat toast maken, als je wil.
Wat kan ik nog meer voor u doen?
Hoe kan ik u gelukkiger maken?
Niet erg, ik kan het zelf doen.
Wat kan ik vandaag voor je doen?
Terwijl jij voor me voorleest, kan ik mijn naaiwerk doen.
Ik vraag mij af wat ik kan maken voor het middageten.
Ik kan kiezen tussen thee en koffie.
Als het goed gaat, kan ik 2-3 stuks per dag maken.
Als je wilt, kan ik wat telefoontjes voor je plegen.
"Heb je honger?" "Als je wilt, kan ik een boterham voor je maken."
Wat kan ik nog meer doen om u te helpen?
doen wat ik ermee wilde, en mijn resultaten voorspellen.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
Wat kan ik voor u doen?