Examples of using "Yüzdü" in a sentence and their dutch translations:
- Zij zwom.
- Ze zwom.
Thomas zwom.
- Wie heeft er gezwommen?
- Wie zwom er?
Tom zwom.
Tom zwom met de dolfijnen.
Hij zwom de rivier over.
Hij zwom met zijn broer in de zee.
Het was het mooiste gezicht dat hij in zijn leven gezien had.
Tom en Maria zwommen in het ijskoude meer.