Examples of using "Voleybol" in a sentence and their dutch translations:
Laten we volleybal spelen.
Ik speel geen volleybal.
Ik volleybal veel.
- Vind je volleyballen leuk?
- Vindt u volleyballen leuk?
- Vinden jullie volleyballen leuk?
Ik volleybal veel.
Joko is de aanvoerder van de volleybalploeg.
Hij is een volleybalspeler.
Vind je volleyballen leuk?
Tom en Maria zijn volleybal aan het spelen.