Examples of using "Takım" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga hetzelfde pak aantrekken...
Welk team zal winnen?
Mijn pak is grijs.
- Welk team is het onze?
- Welk team is van ons?
- Welk team zal winnen?
- Welke ploeg zal winnen?
Mijn pak is grijs.
Het team was verschrikkelijk.
Welk team heeft gewonnen?
Het team was bekwaam en gecoördineerd.
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?
Voor welk team speel je?
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Ik heb geen pak.
de gedachten die we hebben over het rode of het blauwe team.
Waar heb je je nieuwe kostuum laten maken?
Jouw team is sterker dan het onze.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
- Ik dacht dat je jouw nieuwe kostuum ging dragen.
- Ik dacht dat je jouw nieuwe pak ging dragen.
Dat is een mooi pak.
Welke ploeg heeft het meest kans om te winnen?
Dit is mijn teamgenoot, Donnavan.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Tom is een geweldige teamgenoot.
De das past niet bij mijn pak.
Tom droeg een duur pak.
Tom droeg een grijs pak.
Die schoenen passen niet met het pak.
Tom draagt een grijs pak.
Ik wil een pak gemaakt van dit materiaal.
- Ik moet voor mijn zoon een nieuw kostuum kopen.
- Ik moet voor mijn zoon een nieuw pak kopen.
De kleine vrouw draagt een grijs mantelpak.
Het pak is gemaakt van erg ruw materiaal.
Ik zal een nieuw pak voor u maken.
De kleine vrouw had een grijs pak aan.
De lange vrouw draagt een grijs pak.
Tom droeg een grijs pak met een rode stropdas.
We verkozen hem tot aanvoerder van het team.
Elk team heeft nu een idee dat een ander team slecht vond
Tom droeg een grijs pak en een rode stropdas.
Ik heb me een kostuum laten maken.
Ik had me een kostuum laten maken.