Examples of using "Roma" in a sentence and their dutch translations:
Rome ligt in Italië.
Rome is de hoofdstad van de wereld.
De Romeinse troepen waren uitgeput.
Rome is niet in één dag gebouwd.
Rome is een oude stad.
Rome is een Italiaanse stad.
Ik ben een Romeinse burger.
Spartacus was een Romeinse slaaf.
Rome is een Italiaanse stad.
Tom vond een Romeinse munt.
Rome heeft de oorlog verklaard aan Venetië.
Wat bepaalde het einde van het Romeinse Rijk?
Julius Caesar was een Romeinse keizer.
Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.
In 1806 kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk.
Veel Romeinse technologieën gingen verloren tijdens de middeleeuwen.
De verschillende vormen van aanbidding die in de Romeinse wereld heersten, werden door het volk gezien als even waar; door de filosoof als even onwaar; en door de magistraat als even nuttig. En zo leidde de tolerantie niet alleen tot wederzijdse toegeeflijkheid, maar zelfs tot religieuze eensgezindheid.