Examples of using "Evet…" in a sentence and their dutch translations:
- Ja.
- Ja!
Ja.
Ja?
Ja, ja, natuurlijk.
Ja, ik weet het.
Ik zou ja hebben gezegd.
Publiek: Yeah!
En jullie hebben gelijk.
Kijk eens.
Ja, kijk.
"Ja, het zal verdwijnen.
Ja, sir.
Daar hebben we het.
Ja, ik weet het.
Ja, echt!
Ja, graag.
- Toch wel.
- Jazeker.
Ja, ik ben getrouwd.
Ja, graag.
- Ja, het doet pijn.
- Ja, het doet zeer.
- Ja, graag.
- Ja, alstublieft.
- Ja, zeker.
- Ja, inderdaad.
Ja, dat kan je wel.
Ja, zeker.
Ja, ik spreek Spaans.
Zeg het dan maar.
Ja, dat ook.
Het is tijd voor vis. O, ja.
Het is een forel.
Ja, kijk. Zwart.
Ja, dat is buskruit.
Ja, kijk. Zwart.
En het antwoord is: ja.
Man: Geweldig.
En ja, de gletsjers, zij smelten.
Het antwoord is ja.
Hier is hij.
Ja, het zijn Vikingen!
Ja, ik kom dadelijk.
Ja, twee.
Hij gaat geen ja zeggen.
Het antwoord was ja.
Ja, waarom niet?
Ja, dat kan je wel zeggen.
Ja, ik weet het.
- Ja. Dat is juist.
- Ja, dat is correct.
Ja, dat dacht ik al.
Ja, dat kan je wel zeggen.
Ja, hij heeft het al geschreven.
O, ja, dat herinner ik me.
Ja, toch?
Natuurlijk wel!
Ja, waarom niet?
Nee...., ik wil zeggen ja.
Ja, dat is Anthony.
Ja, ik begrijp het. Dank u.
Ja, ik spreek Spaans.
Ja, ik kom uit Sapporo.
Het is waar.
- Ja, ik kom dadelijk.
- Ja, ik kom eraan.
Ja, dat beloven we.
Ja! Ik ben het ermee eens.
Ja, ik heb dat expres gedaan.
Even kijken. Ja, klopt.
Ik ben er slecht aan toe.
"Oh. Natuurlijk."
Ja, ze verbranden nog steeds steenkool.
"Was zij een leerling van de middelbare school?" "Ja, dat was ze."
Hij heeft al ja gezegd.
Ja of neen?
Ja, de melk is heel goed.
Ja, dit is mijn woordenboek.
Ja, sinaasappelsap, alstublieft.
Is de hemel blauw? Ja.
Waarom heeft Tom ja gezegd?
Ja, toen heb ik geweend.