Examples of using "Lavando" in a sentence and their dutch translations:
Hij is de auto aan het wassen.
Hij wast zijn auto.
Hij wast je auto.
- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.
Hij is de auto aan het wassen.
- Waarom was je je handen?
- Waarom ben je je handen aan het wassen?
De jongen die de auto aan het wassen is, is mijn broer.
Ik was mij.
Ik was mijn handen omdat ze vies zijn.
Tom poetst zijn tanden.
Ik was mijn handen omdat ze vies zijn.