Examples of using "Jugamos" in a sentence and their dutch translations:
We speelden beter.
We spelen op zondag.
We hebben gisteren gehonkbald.
- We hebben voetbal gespeeld gisteren.
- Gisteren speelden we voetbal.
We hebben gisteren getennist.
We speelden op het strand.
Elke zaterdag spelen we voetbal.
We spelen samen spelletjes op Google Hangouts.
Wij spelen dikwijls schaak.
We hebben basketbal gespeeld in de turnzaal.
Elke zaterdag spelen we voetbal.
We speelden honkbal.
Op zondag spelen we dikwijls kaart.
We spelen schaak op een dambord.
Na de school spelen we dikwijls schaak.
Op zondag spelen we dikwijls kaart.
Het lot mengt de kaarten, wij spelen.
We speelden op het strand.
We speelden schaak, niet zo zeer om van het spel te genieten, meer om de tijd te doden.
Na de school spelen we dikwijls schaak.
Na de school spelen we dikwijls schaak.