Examples of using "Duerme" in a sentence and their dutch translations:
De hond slaapt.
Hij slaapt niet.
- Hij is al in slaap gevallen.
- Zij is al in slaap gevallen.
Hij slaapt als een roos.
Slaap zacht, Sean.
Genoeg geslapen.
De hond slaapt.
- Slaapt ze?
- Is ze aan het slapen?
Hij slaapt als een roos.
Slaap!
Ze slaapt als een roos.
Hoelang slaapt een beer?
Ze slaapt met twee kussens.
Zij is verkouden en slaapt.
Ga wat slapen.
Goede nacht en slaap lekker!
Drink minder en slaap meer.
Ze slaapt in de auto.
Als je moe bent, ga dan slapen.
De kat slaapt op de tafel.
Een kat slaapt op een stoel.
De kat slaapt op een stoel.
De kat slaapt op de sofa.
- De kat slaapt op tafel.
- De kat slaapt op de tafel.
De vrouw slaapt in de slaapkamer.
De kat slaapt op de stoel.
Wie veel slaapt, leeft weinig.
Tom slaapt met zijn mond open.
Hij slaapt als een roos.
Hij gaat slapen met het licht aan.
Maak geen slapende kat wakker.
De jongen slaapt.
Ga naar huis en slaap wat.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Tom slaapt maar vijf uur per nacht.
Hij slaapt als een beer in de winter.
Hij laat altijd het venster open als hij slaapt.
- Rust roest.
- Te veel rust is roest.
Ja, ondanks het licht slaapt hij nog.
Hij werkt de gehele nacht en slaapt de gehele dag.
Tom is wakker.
Goede nacht en slaap lekker!
Deze stad is heel druk, en nu slaapt iedereen...
Tom is dertien en slaapt nog steeds met een teddybeer.
- De kat slaapt op tafel.
- De kat slaapt op de tafel.
Een slapend kind lijkt op een engel.