Examples of using "Dinamarca" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom uit Denemarken.
IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
Denemarken is een gevangenis.
IJsland behoorde tot Denemarken.
- IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
- IJsland behoorde eerder tot Denemarken.
- IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
- IJsland behoorde eerder tot Denemarken.
Denemarken wordt "Danmark" genoemd in het Deens.
Er zijn geen gele brievenbussen in Denemarken.
Kopenhagen is de hoofdstad van Denemarken.
Deze stad wordt het Japanse Denemarken genoemd.
Flensburg ligt op de grens met Denemarken.
Handbal is een erg populaire sport in Denemarken.
en we zijn naar Denemarken verhuisd toen ik nog jong was.
De brug tussen Denemarken en Zweden is bijna vijf mijl lang.
In 986 werden ze door de koning van Denemarken gerekruteerd om Jarl Hakon van Lade te onderwerpen.
site van het hof van koning Hrolf, dat nu het kleine dorpje Lejre in Denemarken is.