Examples of using "Callen" in a sentence and their dutch translations:
—¿Eh? —Dima no lo entendía— ¿Pero tú no eres Al-Sayib? ¿Y no estás bebiendo Fanta y diciéndoles a los novatos que se callen?
"Hè?" Dima begreep het niet. "Maar spreek ik niet met Al-Sayib? En ben je geen Fanta aan het drinken en noobs aan het vertellen dat ze hun kop moeten houden?"