Examples of using "¿desayunamos" in a sentence and their dutch translations:
We hebben ontbeten.
- Zullen we samen ontbijten?
- Is het goed als we samen ontbijten?
We ontbijten.
We ontbijten in de keuken.
We ontbijten om zeven uur.
Hoe laat ontbijten we?
- We ontbijten.
- We hebben ontbijt.
We ontbijten in de keuken.