Examples of using "учишь" in a sentence and their dutch translations:
- Wat studeer je?
- Wat leer je?
- Wat ben je aan het leren?
- Waarom leert u Spaans?
- Waarom leren jullie Spaans?
Wat leer je op school?
Wat studeer je?
Hoeveel jaar leer je al Frans?
Wat ben je aan het leren?
Wat studeer je?
Studeer je scheikunde?
Waarom leer je Duits?
Wat leer je op school?
Hoeveel jaar leer je al Frans?
Sinds wanneer leer jij Japans?
Leer je elke dag Frans?