Examples of using "съем" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zal het eten.
- Ik eet het wel.
Ik ga je opeten!
Ik zal de appel opeten.
Ik zal chocolade eten.
Ik ga je opeten!
Ik zal de appel opeten.
Kan ik dit eten?
Mag ik deze cake eten?
Mag ik dit brood eten?
Dus je kiest ervoor me de knopjes te laten eten?
Mag ik deze appel eten?
Mag ik deze sinaasappel eten?
Mag ik dit brood eten?
Mag ik dit brood eten?
- Mag ik die sinaasappel eten?
- Mag ik die appelsien opeten?
Zoveel kan ik niet eten.