Examples of using "растут" in a sentence and their dutch translations:
- De prijzen stijgen.
- De prijzen gaan omhoog.
Planten groeien.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Geld groeit niet aan de bomen.
Appels groeien op bomen.
De benzineprijs stijgt.
Kinderen groeien zo vlug.
Er groeien wingerds overheen.
Caraïbische flamingo-kuikens groeien ontzettend snel.
Planten groeien snel na regen.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Geld groeit niet aan de bomen.
Een snor groeit op de bovenlip.
Spaghetti groeit niet aan bomen.
De behoeftes van dit vrouwtje groeien.
Ik heb twee linkerhanden.
Deze bloemen groeien in warme landen.
Het geld groeit me niet op de rug, weet je.
Domheid en trots groeien op hetzelfde hout.
Op de velden rond het dorp groeien gerst en tarwe.
Deze kuikens groeien zo snel dat ze een krokodil al te snel af kunnen zijn.
Planten groeien naar het zonlicht.
In de tuin zijn er appelbomen, pruimen, kersen, frambozen, kruisbessen en aalbessen.
Op de velden rond het dorp groeien gerst en tarwe.