Examples of using "расстроен" in a sentence and their dutch translations:
Tom is overstuur.
Hij is depressief.
- Ben je depressief?
- Ben je depri?
- Ben je gedeprimeerd?
- Is het daarvoor dat u kwaad bent?
- Is het daarvoor dat je kwaad bent?
Ben je kwaad?
Mijn puppy is gestorven, en ik ben vreselijk onthutst.
Tom was droevig toen de ploeg van zijn land werd uitgeschakeld in het toernooi.