Examples of using "зарплата" in a sentence and their dutch translations:
Morgen is het betaaldag.
Het is betaaldag.
Wat is het minimumloon in IJsland?
Morgen is het betaaldag.
Wat is het minimumloon in Namibië?
Wat is het minimumloon in IJsland?
Wat is het minimumloon in Nederland?
Zijn salaris is twee keer zo hoog als zeven jaar geleden.
Hoe hoog is het minimumloon in Tsjechië?