Examples of using "заказал" in a sentence and their dutch translations:
- Tom heeft een glaasje besteld.
- Tom heeft een drankje besteld.
Hij bestelde biefstuk voor ons.
Tom bestelde pizza.
Tom bestelde een biertje.
Ik heb pizza besteld.
Tom bestelde een ijsje.
Sami bestelde een pizza.
Tom bestelde koffie.
Ik heb twee hamburgers besteld.
Tom bestelde mineraalwater.
Tom heeft voor iedereen pizza besteld.
Tom bestelde een kopje thee.
Heb je de pizza besteld?
Tom bestelde drie pizza's.
Ik heb al pizza besteld.
- Ik heb telefonisch een pizza besteld.
- Ik heb per telefoon een pizza besteld.
Ik heb per telefoon een pizza besteld.
Tom bestelde sinaasappelsap.
Tom bestelde een appelsap.
Ik heb deze boeken in Duitsland besteld.
Ik heb een pizza besteld.
Moet ik een taxi bestellen voor u?
- Ik heb twee thees en drie koffies besteld.
- Ik heb twee thee en drie koffie besteld.
- Ik heb twee kopjes thee en drie kopjes koffie besteld.
Ik heb een hamburger voor je besteld.
Tom bestelde een glas sinaasappelsap en een kopje koffie.
Wie heeft pizza besteld?
Ik heb pizza besteld met de telefoon.
Ik heb enkele boeken besteld uit Londen.
Dit is niet wat ik heb besteld.