Examples of using "Италии" in a sentence and their dutch translations:
De hoofdstad van Italië is Rome.
Rusland is groter dan Italië.
De hoofdstad van Italië is Rome.
Rome ligt in Italië.
Ik ben een student uit Italië.
ZIj komt uit Italië.
De hoofdstad van Italië is Rome.
Wij zijn in Italië.
Zij komen uit Italië.
Het is altijd zonnig in Italië.
Dit product is gemaakt in Italië.
Deze schoenen zijn gemaakt in Italië.
Rome ligt in Italië.
Ik mis Italië.
De Etna is een vulkaan in Italië.
Het landnummer van Italië is 39.
Wat gebeurt er in Italië?
Het is altijd zonnig in Italië.
Italië heeft een rijke geschiedenis.
Ik zou graag in Italië willen wonen.
Ben je ooit in Italië geweest?
- Ik wil in Italië wonen.
- Ik wil in Italië leven.
Frankrijk is van Italië gescheiden door de Alpen.
Ik wil in Italië wonen.
Ik wil in Italië wonen.
Florence is de mooiste stad van Italië.
De Italiaanse vlag is groen, wit en rood.
Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.
- Speelden ze ooit in Italië?
- Hebben ze ooit in Italië gespeeld?
Ze zijn rijke Engelse dames op reis naar Italië.
Florence is de mooiste stad van Italië.
Ik ben verschillende keren in Italië geweest.
Voor zover ik weet is hij geboren in Italië.
Mijn oom heeft een huis in Italië.
In Italië zijn veel huizen met grote tuinen.
Hij is geboren in een klein stadje in Italië.
Ik kom uit Italië, en spreek Italiaans.
Hij leefde enkele jaren met haar samen in Italië.
- Ik kreeg een kerstkaart van mijn broer in Italië.
- Ik heb een kerstkaart gekregen van mijn broer in Italië.
In 2008 ging ik naar Perugia om Italiaans te leren.
Zonder moeilijkheden was ik in Italië aangekomen.
Haar moeder komt uit Spanje en haar vader komt uit Italië, daarom kan ze zowel Spaans als Italiaans spreken.
Hij is geboren in een klein stadje in Italië.