Examples of using "Más" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb slecht nieuws.
Hij maskeerde zijn slechte bedoelingen.
Ik heb slecht nieuws.
Er is slecht nieuws.
- Ik heb slecht nieuws voor je.
- Ik heb slecht nieuws voor u.
- Ik heb slecht nieuws voor jullie.
Wat is het slechte nieuws?
Ik heb slecht nieuws voor u.
- Ze zijn kwaadaardig.
- Zij zijn kwaadaardig.
Er zijn veel slechte mensen in de wereld.
Ben je klaar om het slechte nieuws te horen?
Deze film beeldt moslims uit als slechte mensen.
Het zit vol viezigheid dat je ziek maakt.