Examples of using "Carros" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb twee auto's.
Jij hebt drie auto's.
Er kwamen veel auto's voorbij.
Hij verkoopt auto's.
Ik verkoop auto's.
Ik koop alleen gele auto's.
Auto's vervingen de fietsen.
Auto's zijn duur.
Auto's vervingen de fietsen.
Hij heeft twee auto's.
Deze auto's zijn van ons.
Tom heeft drie auto's.
Japanse auto’s zijn erg populair.
- Waarom hebt u twee auto's?
- Waarom heb jullie twee auto's?
- Waarom heb jij twee auto's?
- Waarom hebt u twee auto's?
- Waarom heb jullie twee auto's?
Zij denkt dat Europese auto's beter zijn dan Amerikaanse auto's.
Enkele mensen hebben twee auto's.
Bill werkt in de autoverkoop.
Deze trein bestaat uit zeven rijtuigen.
Bill werkt in de autoverkoop.
Duitse auto's zijn erg populair.
In zijn garage staan twee auto's.
Het aantal auto's neemt toe.
Deze auto's zijn gemaakt in Japan.
Auto's vervingen de fietsen.
De weg is te smal voor auto's.
Felipe heeft twee auto's en een motorfiets.
Tom heeft drie auto's in zijn garage.
Dat zijn de mensen van wie ik de auto heb hersteld.
Ze moet rijk zijn, om drie auto's te hebben.
Dat is de man wiens auto's gestolen zijn.
Als het aantal auto's toeneemt, neemt ook het verkeer toe.
...of auto's van een of twee miljoen dollar maakt.
- In de Verenigde Staten rijden de auto's rechts.
- In de VS rijden de auto's rechts.
Het is vrouwen niet toegestaan om auto te rijden in Saoedi Arabië.
Alhoewel ze vleugels hebben, zijn auto's nog niet helemaal in staat om te vliegen.
Pas op voor auto's als je de straat oversteekt.
Detroit is voor zijn auto-industrie beroemd.