1. Home
  2. Translation in context
  3. Polish-Dutch
  4. Przejąć

Translation of "Przejąć" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Przejąć" in a sentence and their dutch translations:

Przejąć.

- Neem het over.
- Neem over.

Przejąć kontrolę.

- Neem de controle.
- Neem de controle over.

Przejąć dowództwo.

- Neem de controle over.
- Neem het bevel.
- Neem het commando.
- Neem de leiding.

Powinniśmy próbować przejąć ten rynek, poznać go, zorganizować,

...moeten we die markt leren kennen en haar organiseren.