Translation of "Mężczyznę" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Mężczyznę" in a sentence and their dutch translations:

Poznałem bezdomnego mężczyznę.

Ik kwam een dakloze man tegen

Oskarżył mężczyznę o kradzież.

- Hij beschuldigde de man van diefstal.
- Hij heeft de man van diefstal beschuldigd.

Widziała wczoraj wysokiego mężczyznę.

- Gisteren zag ze een grote man.
- Gisteren heeft hij een grote man gezien.

Zrobię z ciebie mężczyznę.

Ik zal een man van u maken.

Kiedy wyszłam ze stacji kolejowej, zobaczyłam mężczyznę.

Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.