Examples of using "Jesteście" in a sentence and their dutch translations:
Jullie zijn mooi.
Jullie zijn verbazingwekkend.
Jullie zijn gestoord!
Jullie zijn gevangenen.
Zijn jullie broers?
Zijn jullie zussen?
Iedereen klaar?
Jullie zijn een probleem.
Zij zijn vijanden.
Je bent egoïstisch.
- Ben je thuis?
- Zijn jullie thuis?
Jullie zijn geen honden.
Jullie zijn mijn vrienden.
Jullie zijn Duitsers, toch?
Jullie zijn mijn vrienden.
Zijn ze vrienden?
Ze zijn geen tweeling.
Jullie zijn zo lui!
Ben je klaar?
- Ben je teleurgesteld?
- Bent u teleurgesteld?
- Zijn jullie teleurgesteld?
Waarom zijn jullie thuis?
En dat is ... Ben je er klaar voor?
- Ben je klaar voor het jaar 2012?
- Bent u klaar voor het jaar 2012?
- Zijn jullie klaar voor het jaar 2012?
Jullie beheersen de taal van het lezen van beelden perfect.
Als je met 100 bent, dapper.
Ik ben blij dat jullie er allemaal zijn.
word je in een onmogelijke te-nemen-of-te-laten positie geplaatst.
...bedankt dat jullie hier vanmiddag zijn.
Jij bent de baas, jij gaat me me mee. Jij bepaalt.
Je bent twee keer zo sterk als ik.
Waarom ben jij zo verdrietig?
- Ze zijn onbetrouwbaar.
- Zij zijn onbetrouwbaar.
Tom zegt dat je goed bent in tennis.