Examples of using "Jej…" in a sentence and their dutch translations:
- Hoera!
- Joepie!
Ze vond het leuk.
Vertrouwen jullie haar?
- Vertrouw je haar?
- Vertrouwt u haar?
- Vertrouwen jullie haar?
Dat is haar huis.
Niemand lette op haar.
Het is haar halsband.
Het is haar halsband.
Zelfs haar ouders niet.
Onopvallend.
...heeft ze het gered.
Haar haar wordt grijs.
Hij negeerde haar advies.
Haar handtas is gestolen.
- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.
We kennen haar niet.
Dit is haar huis.
Ze werd door haar moeder begeleid.
Ik ken haar niet.
Haar haar wordt grijs.
- Ik heb haar een pop verstuurd.
- Ik heb haar een pop gezonden.
- Ik vind haar niet leuk.
- Ik mag haar niet.
Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.
Geef het aan haar.
- Wij hebben haar niet gezien.
- We hebben haar niet gezien.
Hij gaf haar een boek.
Ik zal je aan haar voorstellen.
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!
Ik zag haar niet. Ze was niet in haar hol.
Wijlen haar echtgenoot was violist.
Kijk, wat als we hem gebruikten?
Tijd om haar gezin te voeden.
Als hij haar welpjes vindt...
Zijn hartje stopt.
Haar enige optie... ...is aanvallen.
- Waarom heb je het haar niet verteld?
- Waarom heb je het haar niet gezegd?
Je moet haar woning zien.
Haar vader is Japanner.
- Haar vader is politieman.
- Zijn vader is politieagent.
Haar zus ziet er jong uit.
Hij is haar vriend.
Zeg haar dat ik aan het naaien ben.
Is dit haar paraplu?
Ik heb haar brief gisteren ontvangen.
Haar sokken zijn grijs.
Ze heeft mooie ogen.
Haar zoon is een genie.
Waar is haar huis?
Zij heeft mij haar album laten zien.
Ik hou niet meer van haar.
- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.
- Ik heb haar mijn kamer getoond.
- Ik heb haar mijn kamer laten zien.
Ik werk met haar vriend.
Dat is haar huis.
Ik ken haar naam niet.
Ze is niet hier.
Ik wilde haar verrassen.
Haar fiets is blauw.
Ze was door hem aangeraden om te stoppen met roken.
Ik ben beschaamd om haar te zien.
Het is tijd om haar de waarheid te vertellen.
De dokter heeft haar een aantal tabletten gegeven om de pijn weg te nemen.
Ze schaamde zich heel erg toen haar kind zich erg misdroeg in het openbaar.
Haar vader is vorige week overleden.
Haar beste kans op een prooi.
Met haar dapperheid wint ze tijd.
Die vormt een kwart van haar dieet.
Maar ze heeft een laatste truc in petto.
Alleen de pure pracht van haar.
Tweederde van haar cognitie...
Haar hol is ver weg.
Keer op keer ontwijken ze haar.
We zijn bezorgd over haar gezondheid
Ze had een aangename droom.
Laten wij hier wachten tot ze terugkomt.
Hij vergat dat hij een cadeau voor haar had gekocht.
Haar kamer heeft rode muren.
Morgen moet ik haar de waarheid zeggen.
- Haar huis is zeer modern.
- Hun huis is zeer modern.
Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.
De jongeman stal haar tas.
- Heb je iets voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Hebt u iets voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Hebben jullie iets voor haar gekocht voor Kerstmis?
Geef haar er niet de schuld van.