Examples of using "Pesante" in a sentence and their dutch translations:
Water is zwaar.
Deze tafel is zwaar.
Dit bed is zwaar.
Dit televisietoestel is zwaar.
- Dat boek is zwaar.
- Dit boek is zwaar.
Goud is zwaarder dan zilver.
Deze blauwe rugzak is zwaar.
Je bent vervelend.
Welke van de twee is het zwaarst?
Goud is zwaarder dan ijzer.
Mijn tas is heel zwaar.
Hun koffer is te zwaar.
Bob raakte aan zwaar werk gewend.
Hij nam de zware doos van de plank.
Ik heb slechte adem.
- Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.
- Hij weegt tien kilo meer dan ik.
De trein had vertraging wegens hevige sneeuwval.
In grote steden, zoals bijvoorbeeld in Londen, is veel smog.
Ik heb slechte adem.
- Wat is het gewicht van je aktetas?
- Hoe veel weegt uw valies?