Examples of using "Magnifico" in a sentence and their dutch translations:
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Goed zo!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Uitstekend!
- Prima!
- Prachtig.
- Goed!
- Goed dan!
- Het is heel mooi.
- Wat fijn!
- Het is fantastisch.
- Het is schitterend.
- Het is geweldig.
- Het is prachtig.
- Hoe geweldig!
- Heel goed!
Tom ziet er geweldig uit.
Prachtig.
Tom is een geweldig kind.
Kerstmis is een prachtige tijd van het jaar.
De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis.
Tom is geweldig.