Examples of using "Adora" in a sentence and their dutch translations:
Ze is dol op hem.
- Ze is dol op katten.
- Ze is gek op katten.
Hij houdt van treinen.
Tom is gek op Maria.
- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
Ze aanbidt hem.
Hij is gek op honkbal.
Hij houdt van muziek.
Ze is dol op tennissen.
Ze houdt van katten.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Zij houdt erg van vissen.
Mijn vader houdt erg van pizza.