Examples of using "Keményen" in a sentence and their dutch translations:
Je werkt hard.
- Hij heeft hard gewerkt.
- Hij werkte hard.
- Hij doet zijn best.
- Hij doet zijn uiterste best.
- Ze werkt hard.
- Zij werkt hard.
Ze studeert hard.
Ze werken hard.
Doe goed je best.
Je moet heel hard werken.
Die luiaard is hard aan het werk, heel hard aan het werk.
Je moet hard leren.
Je werkt te hard.
Hij werkt altijd hard.
John werkt hard.
Ik zal hard moeten werken.
Mijn moeder werkte heel hard
Ze werkten hard, ze faalden en probeerden het opnieuw.
Je werkt te hard, doe het een tijdje rustig aan.
Ik had lang hard gewerkt en ik had mezelf uitgeput.
- Ik werkte de hele dag hard, dus was ik erg moe.
- Ik had de hele dag hard gewerkt, en dus was ik heel moe.
Ik weet dat je hard werkt.
Ik moet hard werken voor mijn geld, weet je.
Bedrijven zoals Gro werken hard om dit waar te maken.
- Ik probeer hard om met roken te stoppen.
- Ik probeer hard om het roken op te geven.
- Je moet hard werken als je succes wilt hebben.
- Je moet hard werken als je erin wilt slagen.
We moeten hard werken.
Er wordt vaak gezegd dat Japanners goede werknemers zijn.