Examples of using "Wolfshunger" in a sentence and their dutch translations:
- Ich bin schrecklich hungrig. - Ich habe einen Bärenhunger. - Ich habe einen Hunger wie ein Wolf. - Ich habe einen Wolfshunger.
- Ik ga dood van de honger! - Ik heb ontzettende honger. - Ik heb honger als een paard. - Ik verga van de honger. - Ik rammel van de honger. - Ik sterf van de honger!