Examples of using "Funktionieren" in a sentence and their dutch translations:
Trams werken op elektriciteit.
- Het zal werken.
- Het zal functioneren.
Hoe werken computers?
Hoe werken magneten?
Hier zou het kunnen.
Dat gaat niet werken.
Hoe wil je dat doen dan?
Het plan zal werken.
Deze koptelefoons werken niet.
De telefoons doen het niet.
Deze boom kan het goed doen.
De meeste liften werken automatisch.
Iets blijkt niet goed te werken.
Maar deze wetten werken nu niet meer.
Tom weet niet hoe de computer werkt.
Dat zal niet werken, geloof me.
Oké. Dit wil je niet zelf proberen.
Het zal niet werken.
Ik weet dat dit zal werken.
We weten dat dit niet gaat werken.
De telefoons doen het niet.
- Het zal niet werken.
- Dat zal niet werken.
Mijn brein lijkt vandaag niet goed te werken.
Trams werken op elektriciteit.
Het valt te betwijfelen of deze methode zal werken.
- Ik zei je toch dat het niet zou lukken.
- Ik heb je gezegd dat het niet zou werken.
De enige keer dat printers niet werken, is wanneer je ze nodig hebt.
Dit zou wel eens kunnen werken als fakkel. We binden het erop met wat parachutekoord.
Dat zal niet werken.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Ik denk niet dat je plan zal werken.
Ik herinner me hoe mijn vader in de familiekring verhalen voorlas, of uit zijn - althans volgens mijn kinderoren - diepe en grenzeloze ervaring putte en hoe hij bijvoorbeeld, soms met tekeningen, uitlegde hoe stoomlocomotieven werken, wat getijden zijn, het zonnestelsel enz.