Translation of "Ferien" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Ferien" in a sentence and their dutch translations:

- Genieße deine Ferien!
- Schöne Ferien!

- Geniet van je vakantie.
- Fijne vakantie.
- Prettige vakantie!

- Genieße deine Ferien!
- Genieß deine Ferien.

Geniet van je vakantie.

Schöne Ferien!

Prettige vakantie!

Genieße deine Ferien!

- Geniet van je vakantie.
- Fijne vakantie.
- Prettige vakantie!

Ich hasse Ferien.

Ik haat vakanties.

Genieß deine Ferien.

Geniet van je vakantie.

Ich habe Ferien.

Ik ga op vakantie.

Wie waren deine Ferien?

Hoe was je vakantie?

- Wünsche schöne Ferien.
- Frohe Feiertage.

- Fijne vakantie.
- Prettige feestdagen.

Die Ferien sind jetzt vorbei.

De vakantie is nu voorbij.

Die Studenten sind in den Ferien.

De studenten zijn met vakantie.

Ich verbrachte meine Ferien am Strand.

Ik heb mijn vakantie aan het strand doorgebracht.

- Morgen ist Feiertag.
- Morgen sind Ferien.

Morgen is het een vrije dag.

Wie hast du die Ferien verbracht?

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

- Wie hast du die Ferien verbracht?
- Wie hast du deine Ferien verbracht?
- Wie haben Sie Ihren Urlaub verbracht?
- Wie habt ihr eure Ferien verbracht?

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

Er liest in den Ferien gerne Romane.

Hij leest graag romans op vakantie.

In den Ferien fahre ich nach Frankreich.

In de vakantie zal ik naar Frankrijk gaan.

Was hast du in den Ferien gemacht?

Wat heb je in de vakantie gedaan?

Ich habe die Ferien im Ausland verbracht.

Ik heb de vakantie in het buitenland doorgebracht.

Wir haben die Ferien am Meer verbracht.

We hebben de vrije dag aan de kust doorgebracht.

Die Deutschen machen wieder Ferien in Deutschland.

De Duitsers nemen weer vakantie in eigen land.

Er hat die Ferien damit verbracht, sein Haus zu verschönern.

Hij heeft zijn vakantie besteed aan het inrichten van zijn huis.

Sie überredete ihren Mann, die Ferien in Frankreich zu verbringen.

Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.

Nach der Schule oder während der Ferien war es meine Pflicht,

Een van mijn taken na schooltijd of tijdens de vakantie

Nach langer Diskussion beschlossen wir, unsere Ferien in Spanien zu verbringen.

Na veel overleg besloten we onze vakantie in Spanje door te brengen.

Ich habe die schönsten Ferien erlebt, die man sich vorstellen kann.

Ik heb leukste vakantie beleefd die je je kunt voorstellen.

Sobald wir aus den Ferien zurück sind, rufe ich Sie an.

Zodra we terug zijn van vakantie zal ik u bellen.

Ferien sind gut für Leute, die sich das ganze Jahr über langweilen.

Vakanties zijn goed voor mensen die door het jaar heen verveeld raken.

- Wo hast du deinen Urlaub verbracht?
- Wo hast du deine Ferien verbracht?

Waar ben je met vakantie geweest?

Das Beste, was ich in den Ferien gegessen habe, war die Schweinshaxe.

Het beste wat ik tijdens de vakantie heb gegeten, was de varkensschenkel.

- Ich habe meinen Urlaub am Strand verbracht.
- Ich verbrachte meine Ferien am Strand.

Ik heb mijn vakantie aan het strand doorgebracht.