Translation of "Europäer" in Dutch

0.042 sec.

Examples of using "Europäer" in a sentence and their dutch translations:

- Europäer trinken gerne Wein.
- Die Europäer trinken gerne Wein.
- Europäer trinken gern Wein.

Europeanen drinken graag wijn.

Ich bin Europäer.

Ik ben een Europeaan.

- Europäer trinken gerne Wein.
- Die Europäer trinken gerne Wein.

Europeanen drinken graag wijn.

- Die Europäer trinken gerne Wein.
- Europäer trinken gern Wein.

Europeanen drinken graag wijn.

Europäer versuchten, den Stamm zu zivilisieren.

Europeanen probeerden de stam beschaving bij te brengen.

Viele Europäer kennen das moderne Japan nicht.

Veel Europeanen kennen het moderne Japan niet.

Haben die Europäer die Schuldenkrise schon überwunden?

Zijn de Europeanen de schuldencrisis al te boven gekomen?

Sechzig Prozent der Europäer können nicht mehr die Milchstraße sehen.

Zestig procent van de Europeanen kan de Melkweg niet meer zien.

Die Anzahl der Europäer, die jedes Jahr Thailand besuchen, ist sehr hoch.

Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.