Examples of using "Europäer" in a sentence and their dutch translations:
Europeanen drinken graag wijn.
Ik ben een Europeaan.
Europeanen drinken graag wijn.
Europeanen drinken graag wijn.
Europeanen probeerden de stam beschaving bij te brengen.
Veel Europeanen kennen het moderne Japan niet.
Zijn de Europeanen de schuldencrisis al te boven gekomen?
Zestig procent van de Europeanen kan de Melkweg niet meer zien.
Het aantal Europeanen dat elk jaar Thailand bezoekt is erg groot.