Examples of using "Rencontré " in a sentence and their dutch translations:
Ik heb Mary gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
Ik heb hem ontmoet.
Ze ontkende dat ze hem ontmoet had.
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
Gisteren heb ik Christine ontmoet.
- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.
Ik heb Ken gisteren ontmoet.
Ik ontmoette een Amerikaans meisje.
Ik kwam niemand tegen.
- Ik heb de president zelf ontmoet.
- Ik heb de president persoonlijk ontmoet.
Ik heb hem een keer ontmoet.
Gisteren heb ik je ouders ontmoet.
Ik heb Ken ontmoet aan het park.
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
Ik kwam een oude vrouw tegen.
Heb je hem in de universiteit ontmoet?
Ik heb je vader gisteren ontmoet.
Ik heb hem eergisteren ontmoet.
Ik heb Maria hier gisteren ontmoet.
Op een dag kwam ik hem tegen.
- Ik heb Mattias in Spanje ontmoet.
- Ik ontmoette Mattias in Spanje.
Wij hebben een schrijver ontmoet.
Gisteren heb ik je moeders ontmoet.
- We hebben veel vrienden ontmoet.
- We zijn veel vrienden tegengekomen.
Ik heb Maria nooit ontmoet.
Ik heb hem maar één keer ontmoet.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
- Ik heb de president zelf ontmoet.
- Ik heb de president persoonlijk ontmoet.
Ik heb een kennis ontmoet in de luchthaven.
- In mijn droom kwam ik een wolf tegen.
- Ik ontmoette een wolf in een droom.
Ik heb hem ontmoet in een bar.
Ik trof hem puur toevallig.
Bel me onmiddellijk nadat je hem hebt ontmoet.
en kwamen we deze jongen tegen.
- Ik kwam Tom tegen toen ik naar school ging.
- Ik kwam Tom tegen op weg naar school.
Prettig met u kennis te maken.
Ik heb hem verschillende keren ontmoet.
Ik ontmoette hem op weg naar huis.
Ik heb hem maar één keer ontmoet.
Bel me onmiddellijk nadat je hem hebt ontmoet.
We hebben hem toevallig in het park ontmoet.
Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.
Ik ontmoette een aantal wandelaars op de berg.
Ik heb hem ontmoet.
Tom ontmoette Maria.
Gisteren heb ik je zoon ontmoet en hij heeft me beleefd gegroet.
Tot nu toe hebben we maarschalken Pérignon…
Wie heb je ontmoet?
Ik heb hem eens ontmoet toen ik studente was.
Ik ontmoette hem juist toen hij uit school kwam.
Ik heb hem leren kennen tijdens mijn verblijf in Londen.
Tom kwam Mary tegen op weg naar school.
We ontmoetten onze buurman in de straat.
Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.
Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.
Tot dusverre hebben we maarschalken
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Een tijdje geleden heb ik Jan ontmoet.
Hij heeft veel moeilijkheden meegemaakt in zijn jeugd.