Examples of using "Ostin" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een klok voor Tom gekocht.
Gisteren heb ik een boek gekocht.
Ik kocht een boek.
Ik heb een horloge gekocht.
Ik heb een paraplu gekocht.
Ik heb een half dozijn eieren gekocht.
Ik kocht een nieuwe auto.
- Ik kocht haar een nieuwe auto.
- Ik heb haar een nieuwe auto gekocht.
- Ik heb een nieuwe auto voor haar gekocht.
Ik heb een oude lamp gekocht.
Ik heb een smartphone voor mijn vrouw gekocht.
- Ik kocht een Nintendo DS.
- Ik heb een Nintendo DS gekocht.
Ik heb vers brood gekocht.
- Ik heb een rode das gekocht.
- Ik heb een rode stropdas gekocht.
Ik kocht een klok voor haar.
- Ik kocht een schaar.
- Ik heb een schaar gekocht.
- Ik heb die auto gekocht.
- Ik kocht die auto.
Ik heb het gisteren gekocht.
Ik heb een paar schoenen gekocht.
Ik kocht ze elk een cadeau.
- Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
- Ik kocht bij de bakker een brood.
- Ik kocht twee flessen melk.
- Ik heb twee flessen melk gekocht.
Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.
Ik kocht dat vorig jaar.
Ik heb enkele eieren gekocht, en wat melk.
Gister kocht ik pompoenzaden voordat de giraf me beet.
Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.