Examples of using "Lopetti" in a sentence and their dutch translations:
- Tom is gestopt met roken.
- Tom stopte met roken.
- Wie is er gestopt?
- Wie heeft er ontslag genomen?
- Hij nam ontslag.
- Hij stopte ermee.
- Mijn vader is gestopt met roken.
- Mijn vader stopte met roken.
- Ze stopte met praten.
- Ze is gestopt met praten.
Hij is gestopt met drinken.
- De dreumes stopte met wenen.
- De baby hield op met huilen.
Bill stopte met roken.
Tom gaf eindelijk het roken op.
Tom stopte.
- Tom stopte.
- Tom is gestopt.
Ze heeft afgelopen maand ontslag genomen.
- Tom is klaar.
- Tom eindigde.