Examples of using "Juoda" in a sentence and their dutch translations:
- Wat wilt u drinken?
- Wat wilt ge drinken?
Ik wil iets kouds drinken.
- Wat wilt ge drinken?
- Wat wil je drinken?
Mag ik alcohol drinken?
Wat wilt u drinken?
We kunnen geen melk drinken.
Tom wilde wat melk drinken.
Ik zou thee moeten drinken.
Ik kan geen melk drinken.
Is kraanwater drinkbaar in Australië?
Mijn vader was gewoon tot laat in de nacht te drinken.
- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?
Dan kun je het drinken als geïmporteerde Pommery.
Je drinkt beter geen water van de kraan.
Dat water moet je niet drinken.
Want dit water moet je niet zo drinken.
Hoe? -Slokje voor slokje. Dat is de enige manier.
Elke vleermuis kan elke nacht zijn eigen lichaamsgewicht aan bloed drinken.
Is dit water drinkbaar?