Examples of using "Unicycle" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb vandaag op een eenwielfiets gefietst.
- Ik heb vandaag op een eenwieler gefietst.
Ik wil een eenwieler.
- Ik heb vandaag op een eenwielfiets gefietst.
- Ik heb vandaag op een eenwieler gefietst.
Ik kan beter op een eenwieler rijden dan Tom.