Examples of using "Thankful" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben dankbaar dat er vakanties zijn.
Ik ben dankbaar dat de technologie er is.
Wees dankbaar.
Ik ben dankbaar voor mijn vrienden.
Ik ben dankbaar voor mijn kinderen.
Laten we dankbaar zijn voor alles wat we hebben.
en dat hij dankbaar was dat ze zoveel geduld had.
Ik heb veel om dankbaar voor te zijn.
Hij was helemaal niet dankbaar aan zijn oude leraar.
Hierin ligt voor een groot deel het verschil tussen moeder en mij. Haar raad voor zwaarmoedigheid is: "Denk aan al de ellende in de wereld en wees blij, dat jij die niet beleeft!" Mijn raad is: "Ga naar buiten, naar de velden, de natuur en de zon, ga naar buiten en probeer het geluk in jezelf te hervinden en in God. Denk aan al het mooie dat er in en om jezelf nog overblijft en wees gelukkig!"